maandag 26 oktober 2015

XVI.


Wie kan zonder toebehoren? Religie, etniciteit of nationaliteit zijn slechts enkele van de opties.


Als het waar is dat religies, cultureel evolutionair gezien, aanpassingsstrategieën zijn in de omgang met een veranderende werkelijkheid (waar religies uiteraard zelf deel van uitmaken), dan is het dus onnodig om ouderwetse, en dus inadequaat geworden religies te bestrijden; het is vooral zaak om de werkelijkheid verder te veranderen, in gewenste richting, voluit en menswaardig. Dan volgt de rest, inclusief het krachteloos en irrelevant worden van wat niet meer past.

zondag 18 oktober 2015

XV.


 De idee bestaat, als denkgestalte.


De idee ‘paard’ bestaat slechts in het denken, als concept. Buiten het denken bestaan er entiteiten die wij als ‘paard’ aanduiden, omdat zij beantwoorden aan de idee die wij van ‘paard’ hebben.


De idee heeft geen ander bestaan dan in het denken dat haar denkt of dat haar benut in vormgeving.


De idee van God, als de idee van het volmaakte en het oneindige, dient inderdaad te bestaan wanneer wij haar kunnen denken, want dat doet het reeds, nl in het denken,.


Bestaat een idee als vormgevende of bezielende kracht buiten het domein van de menselijke creativiteit?


De idee is geen wereldverklarende factor, noch een generatieve kracht, die aan iets zijn essentie zou geven, - behalve in het denken van degene die er een dergelijke theorie op na houdt of haar creëert (zoals Plato en Hegel). Atomen, moleculen, genen, DNA, etc hebben haar overbodig gemaakt, evenals de teleologie en het denken in termen van oorzakelijkheid (Aristoteles) die ermee gepaard gingen.

vrijdag 16 oktober 2015

XIV.


Er valt goed te leven met de gedachte dat mensen een natuurlijke neiging hebben tot geloof in een god, of daar zelfs een aanleg voor hebben (zoals sommige wetenschappers menen te kunnen aantonen). Het geloof in een god staat nl aan de horizon van de menselijke denktaligheid, oftewel rede. Niet alleen kunnen we ons méér voorstellen dan wat onze zintuigen ons op elk gegeven moment te bieden hebben (verbeelding); ook zijn we in staat om van alles te denken, inclusief de ideale gestalte ervan, - in feite is elk begrip er één. Elk begrip veronderstelt een idee, en de onbepaaldheid, oneindigheid en transcendentie die eigen zijn aan elke idee (de driehoek staat voor alle driehoeken en voor geen in het bijzonder), - tot en met de idee van alle ideeën en haar oneindigheid. God is hetgeen gloort aan de grenzen van wat wij nog kunnen denken, als de ultieme idee.

Iets vergelijkbaars geldt voor het geloof in een hiernamaals: wat de ziel ook moge zijn, we kunnen ons voorstellen dat zij oneindig is en dat zij het heden transcendeert; dat is nl wat we als levend, menselijk wezen elke dag reeds doen: onszelf projecteren in een toekomst, die nog nergens bestaat, behalve in onze geest. Het is niet moeilijk om deze mogelijkheid om te zetten in een realiteit, ook al is het slechts in onze verbeelding of als wens.

Gelet op het vermogen om ons méér te verbeelden dan wij op elk moment zintuiglijk waarnemen en om ideeën te denken die elk ding in het bijzonder transcenderen, is het evenmin vreemd dat wij geest en lichaam opvatten als onderscheiden. Een voor de hand liggende stap verder is om dit onderscheid in een scheiding om te zetten, ook al is dit niet meer dan een denkbeweging.

In alledrie de gevallen voltrekt ontisering de switch naar een andere ontologie: een denkmogelijkheid wordt tot een eigenstandig zijnde gereïficeerd, en wordt aldus tot een realiteit.

dinsdag 6 oktober 2015

XIII.


Bij gebrek aan middelen en personeel, is God ontheven van zijn functie als machthebber. Hij is niet langer de patriarchale autoriteit bij uitstek. En hij oefent geen gezag meer uit. De noodzaak om tegen God in opstand te komen is verdwenen. Iedereen kan z’n rode lap opbergen.


Zoals we autoriteit zouden moeten heruitvinden, zo ook God: als zonder enig verband.


God heeft het hiernamaals verlaten. De enige existentiële angst en hoop die zijn overgebleven verblijven in mijzelf.

maandag 5 oktober 2015

XII.


Het heeft er alle schijn van dat zowel in het leven van individuen als in dat van collectiviteiten (elk op eigen wijze) referentiekaders bepalend zijn voor mogelijkheden en moeilijkheden (d.w.z. wat voor mogelijk wordt gehouden en welke moeilijkheden worden ondervonden), geconfronteerd met veranderende omstandigheden, in het zich eraan aanpassen (of niet) en in het creëren van nieuwe opties. Filosofie, spiritualiteit, religie, kunst, wetenschap: wat doen zij met het heersende referentiekader? Bestendigen? Cultiveren? Bevragen? Eraan sleutelen? Her-denken?

XI.


Spiritualiteit die mij past gaat dezelfde weg als die waarlangs de wereld in mij is binnengekomen en mij heeft gevormd, maar dan terug.


De kwaliteit van de godsidee hangt af van de vraag in hoeverre zij de religieuze opvattingen en praktijken van andersdenkenden ruimte geeft en inzichtelijk maakt.


God is de krachtigste idee die de mens tot nu toe heeft gecreëerd en tot zijn beschikking heeft om de ziel te verheffen, kortzichtigheid te doorbreken, tegenstellingen te overwinnen, en uitersten bij elkaar te brengen of te verzoenen.

maandag 28 september 2015

X.


Er is veel dat bestaat zonder dat het fysiek aanwijsbaar is of uitgebreidheid heeft. Harry Potter bestaat, als romanfiguur. Sinterklaas bestaat, in de verbeelding van kinderen, evenals spoken. Monsters bestaan, als droombeeld. Ook engelen bestaan, wanneer je erin gelooft. Alles waarover we spreken bestaat. De vraag is: binnen welke orde? Binnen welk domein is het werkelijk?